De hele dag glibber en glijd je door het schip heen omdat de kipmarinade weer eens is omgevallen. Je probeert een positie te vinden om te zitten die geen pijn doet door de bizarre hoek die het schip maakt. De golven slaan tegen het schip aan en wanneer je dan toch echt naar buiten moet om de was te doen word je overspoeld door water. Nou maakt dat voor de was niet zo veel uit, maar jij hebt de dag ervoor al gedoucht en geen schone kleren meer.
Na een zware dag vol pijntjes hier en pijntjes daar loop je je kamer in, klaar voor een goeie nachtrust, en zie je je kamergenootjes in de raarste houdingen in bed liggen omdat ze dan niet naar beneden glijden. Eindelijk lig je in bed en helaas blijkt het waar te zijn. Na oneindig draaien val je bijna in slaap om daarna weer rechtop in bed te zitten door een vliegende zeillaars die in je wasbak is beland. ‘sorry!’ van onze overbuurvrouw die in een chagrijnig humeur haar laars niet uitkreeg. Na een lachbui kwamen we tot de conclusie dat we niet konden slapen. Door te kletsen probeerden we afgeleid te raken van het oneindige bewegen, toch komt het gesprek altijd weer terug op de golven.
Bekaf beëindig je uiteindelijk je dag om weer met spierpijn wakker te worden.
Een realistische dag uit het leven van een matroos zonder zeebenen, Gwen