Bijna thuis

08-04-2016 | 2015 - 2016

Nog een dikke week en dan zijn we thuis. Waar de één kan niet wachten om thuis te komen, en zichzelf door de laatste weken/dagen heen sleept, wil de ander helemaal niet naar huis. De mensen van de laatste categorie worden zelfs lichtelijk agressief als de mensen van de eerste categorie blij uitroepen: “Nog maar acht dagen!” Het is nog niet uitgelopen tot een gevecht gelukkig, maar de gevoelens aan boord gaan alle kanten op en de traantjes vloeien rijkelijk. Toch is dat oké, want veel mensen zullen zich realiseren hoe fijn het thuis eigenlijk is en wat er straks allemaal weer kan. Tegelijkertijd doet dat ons realiseren dat er ook een heleboel straks niet meer kan… spontaan uit de salon geroepen worden om een zeil te zetten, dolfijnen te spotten, genieten van de golven en het o zo mooie water (zoals precies nu, als de zon er zo mooi op schijnt en het bruine Noordzeewater nog heel ver weg lijkt), van zonsondergangen en –opgangen genieten, ontbijten, lunchen én avondeten met z’n veertigen… Het zijn bijzondere dingen als je er zo over nadenkt en gek genoeg is het voor ons allemaal gewoonte geworden.

Een inzicht dat veel leerlingen hebben gekregen deze afgelopen weken, is dat ze zich verheugen (ja, dit is géén typefout) om straks weer naar school te gaan. Hoe fijn zou het straks weer zijn om naar de lessen te gaan, precies te horen wat belangrijk is en dus precies wat je moet weten, je huiswerk te maken en dan heerlijk op tijd je toets goed te maken? Dit geldt uiteraard niet voor iedereen, want er zijn ook een hoop leerlingen die het zelfstandig leren extreem goed bevalt. Voor hen zal het wel erg wennen zijn, straks als ze weer verplicht naar de les moeten.

Gelukkig hebben we nog een dikke week om alles nog even voor de laatste keer te doen en nog even lekker na te genieten én om ons langzaam te verheugen om naar huis te gaan.

JENNIFER (docent)