Rondje Isla Providencia

05-02-2016 | 2015 - 2016

U kent het verschijnsel vast wel: neem een paar kleine kinderen mee naar de dierentuin, sleep ze de hele tijd van het ene prachtige beest naar het volgende, zeg af en toe dingen als ‘Kijk eens wat een grote bek dat nijlpaard heeft!’ en het antwoord op de vraag, aan het einde van de dag, wat ze het leukst vonden, is dan: ‘De glijbaan.’

Aangekomen op Isla Providencia nam Martin een deel van zijn personeel mee in een golfkarretje voor een rondje over het eiland. Het bleek een mooi eiland, niet zo slordig als sommige andere die we gezien hebben, nee: aan de ene kant veel groen, mooie bomen, fraaie huizen met nette veranda’s (waar je veel hangmatten kwijt kunt) en hier en daar een leguaan, aan de andere kant de zee in verschillende paradijselijke tinten blauw en in de verte de witte schuimkoppen van het rif. We hielden even halt bij een strandtentje waar de mentaliteit van het eiland – of op zijn minst die van de eigenaar – werd uitgebeeld door de hangmat achter de bar, en we dronken onze drankjes in een decor vol palmbomen dat niet onder deed voor de betere bountyeilandvakantiefolder van vroeger, toen er nog reisbureaus bestonden.
Maar wat vond ik het leukst (en Jennifer ook)? De bushaltes. Dat waren dan ook niet de minste, er was er een in de vorm van een spin, eentje met een rog als overkapping, en een met een oude surfdude op een bankje naast zijn surfzeil. Ik wilde overal foto’s van natuurlijk, maar dat gaat moeilijk als je er met de maximale snelheid langsraast. Niet getreurd, één foto was genoeg, namelijk die van het visitekaartje van Mario Hoyo, ‘ingeniería artística, soluciones de epacios temáticos’ – dat hoef ik vast niet te vertalen, de leerlingen hebben immers al drie maanden Spaans. Zijn site mariohoyo.com staat sindsdien bovenaan mijn lijstje met sites-om-te-checken-zodra-er-genoeg-internet is.

PIETER (docent)