GROOTSCHE schoonmaak

04-02-2016 | 2015 - 2016

Je wordt er vanaf het begin van de reis op voorbereid. Je kijkt er maanden naar uit. De verwachtingen zijn torenhoog. Geen zondagse grote schoonmaak komt erbij in de buurt: de GROTE SCHOONMAAK voor Cuba. ‘Alles moet EXTRA schoon, anders komen we het land niet in,’ wordt je verteld… Dus dan ga je dat maar doen: dek, salon, gang, hutten, magazijn, kantoortje, stuurhut en de keuken. Nu duurt de keuken altijd al wat langer, zeker omdat nagenoeg elke zondag nieuwe levensvormen in de koelkast worden ontdekt. (Tijdig) dingen gebruiken of weggooien is ook een kunst. Er gaat in elk geval al geen beschuldigende vinger meer mijn kant op onder het mom van ‘dat ik ze daar bewust geplaatst zou hebben in het kader van een biologiepracticum’.

Enfin: de GROTE SCHOONMAAK betekende dat ook delen van de keuken die niet altijd evenveel aandacht krijgen eens onder de loep (en onder handen) genomen moesten worden. Nadeel van de welhaast mythische proporties die de Cuba-schoonmaak inmiddels had aangenomen was dat iedereen, in een soort ‘schoonmaakwaan’, alles tegelijk wilde gaan schoonmaken. Nu is de keuken niet de meest ruime ruimte aan boord en ontstond er al snel een situatie waarin mensen elkaar ietwat in de weg liepen. Zo duurde het reinigen van de koelkast, vooral door ruimtegebrek om alle producten uit te stallen, niet de geplande anderhalf uur, maar een uurtje of vier, vijf. Na de koelkast mocht ik ook nog door voor de hoofdprijs: een afzuigkap-gasfornuis-oven-combi (wel zelf de schuursponsjes meenemen). Het was inmiddels een uurtje of elf ’s avonds, dus diverse mensen begonnen wat moe te worden. In het kader van efficiëntie besloten de leerlingen een taakverdeling te maken, waarbij ik de afzuigkap ging doen, iemand anders het gasfornuis en nog iemand anders de oven, waarna weer een ander de keukenvloer zou schrobben… Puik plan, ware het niet dat eenieder uiteraard tegelijk elke deeltaak wilde gaan uitvoeren en dat de afzuigkap zich boven het fornuis bevindt, dat zich boven de oven bevindt… Ik besloot om tijdelijk plaats te maken en de leerlingen hun ding te laten doen tot ze klaar of moe waren.

Toen ik na enige tijd dan eindelijk rustig kon werken, omdat er niemand meer op de plaatsen stond waar ik wilde/moest zijn, ging de motor aan om de komende uren eens flink tegen de wind in te gaan motoren. Nu scheen de feitelijke windkracht mee te vallen (6 of 7 Beaufort), maar dat zegt niet zoveel over hetgeen je beleeft als je in de keuken of de salon ‘staat’. Krampachtig vasthoudend en poetsend tegelijk ging ik verder met de afzuigkap, terwijl de enkele overgebleven leerlingen zich probeerden staande te houden in de salon. Onze poetsacrobatiek werd nog intenser toen enkele van de tactisch geplaatste emmertjes sop omvielen en een groot deel van wat reeds gereinigd was weer onder liep en spiegelglad werd. Het was toen een uurtje of vier ’s nachts en zowel de leerlingen als ik begonnen wat moedeloos te raken, mede door het gebrek aan slaap en koffie. De enige weg was echter vooruit, doorgaan, vooral doorgaan, dus zetten we ons over onze defaitistische houding heen. Wat volgde was geen GROTE SCHOONMAAK, maar een GROOTSCHE SCHOONMAAK. We bevonden ons voor ons gevoel in het oog van de storm (die geen storm was) en bewogen ons in de serene surrealiteit van een heus waterballet. Gracieus glijdend over spekgladde vloeren, schrobbend en spoelend in een kalme cadans…

Tegen half zeven ’s ochtends was de epische klus geklaard. Moe maar voldaan legde ik mij te ruste bij het ochtendgloren, met Cuba in de verte in zicht.

PASCAL