Na vier dagen varen door de Caribische zee zijn we aangekomen op onze volgende bestemming: De San Blas eilanden. De eerste twee dagen hadden we veel wind en voeren we met een flinke snelheid van bijna 10 knopen, daarna zwakte de wind een beetje af en hebben we de rest van het stuk op de motor gedaan. De 5e kwamen we ‘s morgens vroeg in het gebied aan. De San Blas-archipel is een eilandengroep van bijna 400 eilandjes. Op alle grote eilandjes zijn nederzettingen van de Guna Yala-indianen. Na in de ochtendschemering langs wat eilandjes gevaren te hebben, legden we aan bij een van de grootste eilanden: El Porvenir.
Toen het anker in het water lag was het al een uur of 9 en binnen een paar minuten zagen we de eerste Guna’s in hun uitgeholde boomstammen aan komen roeien. Het waren vrouwen die met hun kinderen probeerde om ons hun molas -decoratieve borduursels en sieraden- te verkopen. Binnen een kwartiertje stond heel het tussendek vol met mensen hun fraaie kleedjes, doeken, kettingen, pannenlappen, armbandjes, jurken enz. probeerden te verkopen. Toerisme is een van de belangrijkste bronnen van inkomsten aan het worden. Nadat er flink wat handel werd gevoerd met de dorpsvrouwen hadden we lunch en daarna een grote schoonmaak.
Rond vier uur werden we op het eiland verwacht voor onze volgende activiteit. We gingen zeilen in de Guna-boten: uitgeholde boomstammen van een zeiltje erop. Er stond best een beetje wind dus we konden nog best hard in deze primitieve zeilbootjes. Ze hadden allebei een grootzeil en een klein fokje en een peddel als roer. Eerst mocht iedereen met een of twee anderen en een gids een rondje varen. Later op de middag mochten we ook zonder gids varen. Er werd door een groepje een race gehouden naar een ander eilandje toe en weer terug.
Na het zeilen mochten we ook het eiland even bekijken, we zaten op een eilandje met ongeveer 300 inwoners. Het eiland was een groot dorp en veel activiteiten doet het dorp met elkaar. Zoals het eten maken doen alle moeders met elkaar in het centrum van het dorp. Het dorp waar wij zaten was redelijk westers, ze waren niet zo streng als andere eilanden en ze hadden winkeltjes met Coca-Cola, Colgate, Rexona en andere westerse producten. Ze hadden wel nog hun zelf gemaakte kleding aan: de traditionele gewaden die ze ook aan ons probeerde te verkopen. Ze hadden ook zonne-energie en konden daarmee hun telefoons opladen en ze hadden ook in elkaar gehobbyde straatverlichting. Je hebt hier bereik en je kan er zelfs een mobiel met sim-kaart kopen. Ze hadden in het centrum van het stadje ook een volleybalveldje waar we de kinderen volleybal speelde, we hebben nog een tijdje meegedaan en voor dat we het wisten was het tijd om terug naar de boot te gaan.
Na we weer terug waren op de boot gingen we avondeten, daarna hadden we de veiling die een dagje was uitgesteld en hadden we de -eveneens verlate- filmavond. We gingen de horror Sinister kijken, bijna iedereen keek mee en na een hoop geschreeuw en gelach gingen we rond een uur of 12 naar bed. En nadat we rond half 1 nog een paar mensen een hartaanval bezorgden gingen we echt slapen.
We moesten de volgende ochtend alweer om half 7 opstaan voor het tropenrooster; school tot 1 uur en dan ‘s middags een activiteit. Waarschijnlijk gaan we vanmiddag weer een stukje varen naar een volgend eiland en gaan we daarna barbecueën.
Groetjes vanaf de andere kant van de wereld,
Dieuwer