Muziek galmde door de gang en iedereen ging snel uit bed, want vandaag zou de eigen reis beginnen en helaas, Jelle zou vertrekken. Ik ging nog in de keuken helpen pannenkoeken bakken. Toen aten we met iedereen op het middendek ontbijt. Jelle zong voor ons een lied geschreven door Jasmijn en liet al zijn cadeaus zien en alle kraanvogeltjes met een naam erop en een handgeschreven persoonlijke brief. Daarna zongen wij als groep nog een nummer: Jel-le Dam. Een parodie op Dakterras. Nog veel knuffels werden gegeven en toen vertrok hij in het bijbootje. Veel mensen zwaaiden hem met tranen uit. Toen was het onze beurt. De tassen kwamen vanuit het schip naar boven, netjes de vorige dag (dus door velen pas die ochtend) ingepakt. Een voor een gingen de groepjes weg in het schommelende bijbootje. Terwijl de mensen die nog aan boord waren aan het opruimen waren. In het bijbootje was het best druk omdat je daar dan met elf personen in zit. En daarnaast nog tien backpaks. Dan is dit bootje sowieso al erg schommelig en als degene die stuurt dan expres heen en weer stuurt, schommel je best hevig. Maar alles is in Cuba aangekomen. Nou bijna alles, alleen Robins telefoon niet…
Florian