Naast de bilge is er aan boord nóg een plek waar niemand wil zijn: een donkere, duistere, vochtige maar vooral ontzettend stinkende plek. Wanneer er iemand naar binnen probeert te gaan, probeert iedereen in de salon diegene tegen te houden. Soms moet er echter toch iemand naar binnen. Zo moeten er twee keer per dag vijf leerlingen verplicht naar binnen om het er schoon te maken.
Wanneer dat zo ver is, staat er iemand klaar bij de deur. Als iedereen er klaar voor is, doet iedereen zijn neus dicht in de salon en wordt de deur door een ander geopend en snel daarna weer dicht gedaan om de stank zo veel mogelijk uit de salon weg te houden. Wanneer iemand langer dan een kwartier wegblijft is er waarschijnlijk iets aan de hand en tsja, dat is ook niet zo raar met die stank.
Het lijkt alsof het nu om een vreselijke plek aan boord gaat, maar eigenlijk gaat het allemaal om de wc boven naast de salon. Doordat we zo erg schuin gaan, stroomt al het water uit de zogeheten zwanenhals. Hierdoor kan de stank uit de vuilwatertank zo naar boven komen zetten door het putje van het wasbakje en dit zorgt ervoor dat het ongelooflijk stinkt. Raampje open dan maar? Nee hoor! Want om de zoveel tijd kunnen we proberen vissen te spotten door de patrijspoorten en als er een golf zeewater binnen komt zetten, zijn we al helemaal ver van huis.
Ach ja, dan is het nog maar een paar daagjes de stank zien te verdragen tot we weer stilliggen in de haven van Horta, Azoren!
TOM