Bijna-doodervaring numero zoveel

24-01-2019 | 2018 - 2019

‘Despacito, por favor!’ ‘Hij rijdt gewoon aan de verkeerde kant!’ ‘Au, je zit op mijn been!’ Ik kwam niet meer bij van de slappe lach. We zaten met zijn tienen in een vijfpersoonsauto, we vermoedden dat de bestuurder high was, we reden aan de verkeerde kant van de weg en we wisten niet waar we heen gingen. Met andere woorden: een doorsnee avond tijdens de eigen reis door Panama. Die ochtend waren we met de bus uit Panama City vertrokken. Nu zaten we in een superleuk surfhostel in San Carlos, direct aan het strand. ’s Middags hadden we op het strand gechilld, een poging tot surfen zonder golven gedaan en lekker gegeten in een restaurantje aan het strand. Na het eten – in een gourmetpan klaargemaakte pasta met wat sla – bood de man van het hostel aan om ons naar het dorpje te brengen, dat een halfuur lopen was. Dat wilden we wel! De enige voorwaarde was natuurlijk wel dat we állemaal, in één auto, mee konden. We mochten het proberen, antwoordde hij schaterend. Met een enorme snelheid scheurden we even later over de snelweg, links en rechts andere auto’s inhalend. Op een wat achterafgelegen weggetje bevonden we ons ineens aan de linkerkant van de weg. De bestuurder bleef ondertussen maar onsamenhangende verhalen vertellen, met af en toe een muzikaal intermezzo. Twee anderen keken angstig uit het raam, de rest kwam niet meer bij van het (enigszins hysterisch en gestresst) lachen. Uiteindelijk zijn we ongedeerd, mét een ijsje van het tankstation (onze chauffeur was even vergeten dat alles in het dorpje al dicht was) weer in het hostel terechtgekomen. We waren het voor de verandering allemaal met elkaar eens: de dag had een roze randje, mét gouden stippen.

Marit