De dag na sinterklaas begon voor mij om 5 uur in de ochtend weer. Eerst was ik aan het sturen bij de wacht, daarna ging ik helpen bij het brood bakken met doc en Guus. Ik mocht bloem assistente spelen, het brood was namelijk veel te kleverig. Onze dokter Erik was met Guus brood aan het bakken en door de dokter gingen we medisch praten. Dat houdt in: een moeilijke benaming geven aan dingen die eigenlijk heel makkelijk zijn. Dus hadden wij ons bloemsysteem gecreëerd, bloem voor bloem op de handen en bloom voor bloem op tafel, geen idee waarom. Maar dat is natuurlijk nog niet ingewikkeld genoeg, er moesten formules bij. A2 voor een normale hoeveelheid, b2 voor een beetje bloem en c2 voor heel veel bloem. Ik weet niet of het door dit systeem kwam of niet, maar het kaas-maïs brood is in ieder geval ontzettend lekker geworden.
Over zelfgemaakt eten gesproken, als middageten aten we Paulie en Thore, onze zelf gevangen vissen. De namen van de volgende vissen zijn ook al bedacht, dat worden Woezel en Pip. Persoonlijk moest ik even wennen aan het vis vangen. Wanneer de je het geluid van de vislijn hoort staan er namelijk in 3 seconden al 20 mensen met messen en bakken boven, vervolgens komen er nog 5 mensen hun bed uitgerend om dit ‘spektakel’ te zien. Meestal verliezen we de vis voordat we hem aan boord hebben gekregen, maar vandaag waren er wel twee gevangen. De stemming zat er goed in zeker bij onze kapitein, die altijd als eerste bij de vislijn staat. Wanneer hij er staat komt er al iemand aangerend met een mes en de volgende met een bak, vervolgens proberen Sam en Jelle de vis binnen te halen. Spartelend komt die vis aan boord en zelfs in de salon hoor je het gebonk van die vis, zo snel mogelijk wordt het dier dan neergestoken door het hoofd en nog met stuiptrekkingen in de bak gelegd. Wanneer de hectiek boven voorbij is krijgt de wacht de opdracht om ‘even het bloed weg te poetsen’, heerlijk. Vaak wordt de vis dan gelijk bereid om te eten, verser kan niet, frisser wel.
Gwen