Vakantie voor de docenten

26-12-2015 | 2015 - 2016

En dan ben je op Dominica en heb je zomaar ineens… vakantie. Va-kan-tie: een periode van meerdere aaneengesloten dagen die je naar keuze kunt doorbrengen aan land, zonder leerlingen. Dat was wel even schakelen na ruim twee maanden 24/7 met hen doorgebracht te hebben. Terwijl onze leerlingen naar het Boiling Lake gingen hiken en bij de Rastafari’s gingen kamperen, had ik ruim twee dagen voor mezelf. Tsja, wat doe je dan met je tijd?

Blijkbaar zitten de regels van het schip toch aardig ingebakken, want toen ik in Portsmouth van boord ging deed ik dat netjes in het gezelschap van twee andere docenten (drie is het minimum aantal om aan wal te mogen, in elk geval voor de leerlingen). Direct in de toeristenmodus: een boottochtje over de Indian River, de enige bevaarbare rivier van Dominica, met een bekertje rumpunch en een fotomomentje bij ‘het hutje van Tia Dalma’ (diverse scènes uit Pirates of the Caribbean 2 zijn gefilmd op Dominica). Vervolgens met een busje naar Roseau, de “grote stad” van het eiland, waar de wegen van het docententeam (deels) uiteen gingen en de zoektocht naar een slaapplek begon. Een kamer in een hotel in een voormalig fort a $180,00 per nacht was toch wat te gortig, dus viel de keuze op een wat bescheidener accommodatie.

Het verblijf in Roseau had wat surrealistisch, vanwege het grote contrast tussen het stadje en de gigantische cruiseschepen die dagelijks aan de pier aan de westkant van de stad aanleggen. Voor de orde van grootte: de meeste cruiseschepen zijn hoger dan de hoogste gebouwen in Roseau en het schip dat er de eerste dag lag had zelfs een glazen liftschacht (met dubbele lift) aan de buitenkant. Wanneer zo’n schip aanlegt wordt de kade van Roseau overstroomd met toeristen, die daar bijna allemaal direct in busjes en taxi’s worden geladen om de “highlights” van het eiland te bezoeken. Die stonden de volgende dag voor mij dus ook op het programma, alleen dan bij voorkeur niet in een groep met klagende Amerikanen. Om daar aan te ontkomen zijn er verschillende strategieën:
1) Kies alternatief vervoer: stap niet (ook) in een taxi of busje met toeristen, maar ga liften met de locals. Liften is betrekkelijk eenvoudig, aangezien bijna elke auto stopt en het wegennet op Dominica bijzonder beperkt is: je kunt van de stad naar het binnenland over een weg die zich halverwege splitst en weer terug.
2) Bezoek de “sights” op afwijkende tijden, bij voorkeur aan het begin of het eind van de dag, voordat de cruiseschepen arriveren of nadat de meeste hordes cruisers weer terug aan boord gedreven zijn.

Je ontkomt er natuurlijk niet helemaal aan en treft op je pad af en toe dagjesmensen (herkenbaar aan een blauwe sticker) aan die er helemaal doorheen zitten, zoals halverwege de 10(!) minuten durende hike van de parkeerplaats naar de zogeheten Trafalgar Falls.

Na heel wat natuurschoon aanschouwd te hebben arriveerden mijn collega en ik bij Titou Gorge (wederom een Pirates-locatie): een diepe kloof in het regenwoud waar je een meter of dertig in kunt zwemmen, tot bij een waterval. Bij de ingang werden voor $2,00 per keer zwemvestjes en zwembandjes verhuurd, “semi-verplicht”. Uiteraard beschouwde ik dat welgemeende advies als geldklopperij en vond ik het als zuinige Nederlander totaal niet nodig om kosten te maken, dus: zonder hulpmiddelen het water in. Dat is fris en heerlijk kalm en het geluid van de waterval golft je tussen de steile rotswanden door tegemoet, steeds dichterbij… tot de stroming je ineens grijpt en tegen de wand duwt. Totaal geen probleem natuurlijk, behalve dat de rotswand onder het wateroppervlak compleet weg geërodeerd is, waardoor je je nergens tegen kunt afzetten en je er dus onder verdwijnt… een (bijna dood) ervaring rijker en een illusie armer verliet ik de kloof rond een uur of half drie. Bij Titou Gorge begon ook de hiking trail naar het Boiling Lake, die de leerlingen een dag eerder hadden gelopen. Ik was wel benieuwd naar dat Boiling Lake, dus het leek me wel een idee om ook in elk geval een stukje van dezelfde route te wandelen. Het landschap was werkelijk schitterend: tropisch regenwoud, honderden soorten planten, die door elkaar, over elkaar en op elkaar groeiden, elkaar beconcurrerend om elk binnenvallend straaltje zonlicht.

Aangezien de meeste hikes naar het Boiling Lake ’s ochtends beginnen was ik de enige hiker die rond 15u00 bergopwaarts ging, wel zo rustig. Af en toe kwam er uit de tegengestelde richting een groepje toeristen met een gids. Dan kwamen de standaard vragen:
‘Ben je helemaal alleen?’ (ja)
‘Heb je wel een zaklamp bij je, het wordt snel donker (18u00)?’ (nee)
‘Je hebt geen nordic walking stick bij je, doe je wel voorzichtig?’ (Hoe oud denk je dat ik ben?)

Na twee uur lang bergop en bergaf gegaan te zijn, over rotsen, bruggetjes en door een riviertje, constant tegen mezelf zeggend ‘nog tien minuten, dan ga ik echt terug’, begon het, uiteraard, keihard te regenen. Doorgaan had niet heel veel zin meer en het begon inderdaad ook wat te schemeren, dus zat er niets anders op dan terug te gaan. Het enige dat ik van het Boiling Lake had meegekregen was de zwavellucht die met elke windvlaag over de bergen naar beneden geblazen werd. De hevige regenval had de hiking trail in een klein riviertje veranderd, met her en der modderpoelen waar je tot aan je enkels in verdween en zelf was ik ook doorweekt tot op (voorbij) mijn ondergoed. Toch is het onbeschrijfelijk rustgevend om in je eentje in de stromende regen door een regenwoud te lopen, terwijl je om je heen de geluiden hoort van het woud dat in de schemering tot leven komt.
Terug bij Titou Gorge gekomen bleek mijn avontuurlijke plan van ‘buiten de gezette toeristentijden om’ een kleine misrekening te bevatten: er was niemand meer, dus ook geen vervoer terug naar Roseau. Er zat niets anders op dan terug lopen en dat zou enkele uren gaan duren… Na drie kwartier kwam ik langs de kant van de weg een man in pick-up truck tegen, die me een lift aanbood. De man bleek docent mechanica in Roseau te zijn en er volgde, uiteraard, een geanimeerd gesprek over onderwijs op Dominica en in Nederland.

De laatste avond van mijn vakantie heb ik doorgebracht in mijn hostel met een groep Ecuadoriaanse docenten die bezig waren aan een buitenlandverblijf van zeven maanden ter bevordering van hun Engelse taalvaardigheid. Ze hadden mijn collega en mij uitgenodigd voor een maaltijd (platano, gegratineerd met kaas en een stuk worst), zodat ze met ons Engels konden spreken. Het laat zich denk ik wel raden waar we het zoal over gehad hebben.

Geen van de voorgenoemde zaken vormde echter het hoogtepunt van mijn verblijf op het eiland. Dat kwam pas toen ik weer op de Regina was en toen de leerlingen op Eerste Kerstdag terug aan boord kwamen. Na ruim twee maanden 24/7 met hen samen te leven en te werken, was het wel erg stil toen ze er niet waren. En dan blijkt dus dat je ze mist. Dat je blij bent als ze er weer zijn. En dat een kerstdiner aan boord, waarbij de leerlingen allemaal hun best deden om er piekfijn, gala-waardig, uit te zien, specialer is dan een hele vakantie op Dominica.

Pascal, docent