Op het Caribische eiland Dominica zijn we drie dagen bij Rastafari’s geweest. Ze luisteren reggae en roken wiet, maar ook zijn ze heel veel bezig met voedsel. Volgens hun geloof leven ze zo dicht mogelijk bij de natuur. Ze leven in open huizen met grote tuinen eromheen waar ze het grootste deel van hun voedsel zelf verbouwen. In de dagen dat we er waren hebben we dus heerlijk vers en bijzonder gegeten. Vooral het ontbijt was echt perfect. Nadat je was opgestaan tussen al het groen van het regenwoud kon je een uitgeholde kalebas (dat gebruiken ze als bord) vullen met bakes en zoveel vers fruit uit de tuin als je wilde. Bakes zijn een soort gefrituurde broodjes die veel gegeten worden in de Cariben en ik heb de eerste dagen geholpen met het maken. De kokkin deed eigenlijk alles op gevoel, maar hierbij ongeveer het recept:
Het deeg maak je de avond van tevoren. Voor 10 personen mix je 500 g meel, 1 theelepel zout, 1 theelepel suiker en 1 theelepel bakpoeder. Hier kan je voor de smaak ingrediënten toevoegen naar keuze. Wij hadden ze met pompoen gemaakt, maar het kan ook met bijvoorbeeld banaan. Hierna voeg je water toe terwijl je blijft kneden totdat het deeg kleverig genoeg is om er bolletjes van te kunnen maken. Na een nacht rijzen doe je bloem op je handen en maak je bolletjes ter grootte van golfballen die je daarna zo plat mogelijk maakt. Dit frituur je tot ze mooi goudbruin zijn en dan heb je heerlijke bakes! Wij aten ze met zelfgemaakte sterrenvruchtenjam, maar eigenlijk kan je er elk beleg op doen wat je lekker vindt.
Het was heerlijk om eens wat anders te eten dan het eten aan boord, dat na twee maanden toch wel een beetje eentonig wordt.
MOOR