‘Everything that has a beginning has an ending’, zo ook dit jaar van School at Sea. Vandaag is dag 183, de laatste dag, de dag waarop al onze leerlingen weer terug naar huis gaan. De gevoelens zijn gemengd: voor de een voelt het als thuiskomen, terwijl de ander voor zijn of haar gevoel juist ‘thuis’ (i.e. de Thalassa) verlaat. De laatste uren worden afgeteld tot 14u00, het definitieve einde.
Alle leerlingen weten het van tevoren, want voor iedereen kent School at Sea dezelfde opbouw.
Het begint met de proloog: de infoavond, de fondswerftrainingen en het selectieweekend, waarna dat verlossende bericht eindelijk volgt: je gaat mee! Voor velen een moment van pure euforie.
Dan begint de eerste akte: je komt aan boord, gaat het schip voorbereiden en vertrekt vanuit IJmuiden naar Tenerife, de eerste echte bestemming, met de eerste echte expeditie. Alles is nieuw en spannend: de groep, het zeilen, de aankomst op het eerste eiland en ja, ook een beetje het schoolwerk. Nog spannender wordt het tijdens de eerste oversteek: weken lang alleen maar oceaan, wat doet dat met je?
De tweede akte staat volledig in het teken van het verblijf in de Caraïben. De leerlingen zijn ‘ingeslingerd’, gewend aan het leven en het ritme aan boord. Vele bestemmingen passeren de revue, met als hoogtepunten twee eigen reizen: één in Panama en één op Cuba. Maximale zelfstandigheid en verantwoordelijkheid en twee keer ruim een week weg van het schip, van de groep… weg van thuis… hier begint het bij sommigen voor het eerst te knagen: hoe is het straks zonder het leven aan boord, zonder School at Sea?
Na Cuba begint de derde akte: via Bermuda en de Azoren terug naar Europa, terug naar huis. De afgelopen jaren hebben de leerlingen op Faial steeds een voorproefje van het thuiskomen, wanneer de Portugese deelnemers daar hun ouders weer zien en een nachtje in hun eigen huis kunnen slapen. Dat is thuiskomen dus… willen we dat eigenlijk wel? Er komen hier en daar twijfels, emoties komen los en vragen als ‘wat vind jij zo leuk aan SaS’ [de andere zes maanden] en ‘wie is je favoriete leerling’ [jullie zijn allemaal gelijk en zo behandelen we jullie ook] worden met grotere regelmaat gesteld, ieder jaar opnieuw.
En toch, toch is ieder jaar weer anders, verrassend, enerverend. Samen creëer je aan boord een microwereld, die buiten het schip, buiten de zes maanden niet kan bestaan: a pleasant fiction, een aangenaam construct, zoals de Engelsen plachten te zeggen. Elke pleasant fiction is een bel, een bubbel, afgesloten van de buitenwereld, soms van de realiteit. Elke pleasant fiction kent unieke onderlinge verhoudingen, gedragspatronen, inside jokes, (on)voorstelbare ervaringen en, onherroepelijk, een einde. Dat einde is echter tevens een begin, waarbij de zes maanden aan boord zijn afgerond en samen met de proloog een herinnering worden. Die herinnering koester je en hier kun je uit putten voor de rest van je leven, hij vormt een anker, dat je altijd met je meedraagt en waar je je aan vast kunt houden…
Als het dan eindelijk 14u00 is en de laatste leerlingen hun spullen de kade op hebben gesleept, bij papa en mama, hun echte papa en mama, in de auto hebben gepropt en zijn weggereden, dan is het tijd voor een drankje met het team. Je loopt vanaf het zonovergoten achterdek de lege salon in, de trap af, door de lege eetzaal naar de koelkast in de keuken. In het voorbijgaan werp je een blik de gang in, waar vanuit de hutten de stilte je oorverdovend tegemoet komt. En dan realiseer je het je: je bent iets vergeten… wekenlang heb je de leerlingen voorbereid op het einde van hun reis, maar je hebt het niet tot jezelf laten doordringen. En dan stort ook jouw pleasant fiction in elkaar. Waar je anderen, maar vooral jezelf, wekenlang heb wijsgemaakt dat je leerlingen toch ‘gewoon je werk zijn, waar je heel klinisch op 21 april een punt achter kunt zetten’, blijkt dit toch tegen te vallen: je mist ze, nu al, elk van hen en hen allemaal…
Even later kom je boven met de drankjes en stap je het achterdek op. Je wilt zeggen: ‘Ik weet niet wie daar uien heeft staan snijden in de keuken, maar…’ maar je besluit anders en zegt: ‘Zo, gelukkig hebben we over een maand de epiloog alweer: de terugkomdag…’
Onderwijscoördinator Pascal