Ik opende de deur, voelde de koude ochtendlucht op mijn wangen en wierp een lange blik op de zon die langzaam opkwam en ervoor zorgde dat de lucht roze kleurde. Via het gangboord liep ik naar het middendek toe waar ik een aantal mensen vond die naast elkaar lagen te slapen. Ook in het kluivernet lagen mensen en behalve ik was er niemand wakker. Er heerste een zeldzame stilte over het schip, alsof er eigenlijk niemand aan boord was en er niets gebeurd was. Maar de rest en ik weten het verhaal, ons verhaal. Niemand zal ons ooit helemaal begrijpen en dat hoeft ook niet, want wat wij hebben meegemaakt en wie wij samen zijn, is iets van ons. Het voelt als een normale dag, een normale dag aan boord, thuis, met iedereen om me heen. En tegelijkertijd zegt een stemmetje in mijn hoofd dat het einde in zicht is, een einde van iets moois, want het afscheid laat me de reis, de mensen en het leven aan boord meer waarderen en nadenken over alle mooie momenten die we samen hebben meegemaakt. Morgen gaan we naar huis, ons andere huis en ik zie wel wat hierna komt, het maakt me niet uit, want ik voel me zeer vereerd dat ik dit geweldige magische avontuur heb mogen meemaken.
Wieske