Ze heeft het zwaar te verduren tijdens deze oceaanoversteek. Stevige wind en hoge golven maken dat ze van bak- naar stuurboord rolt. Ze wordt zeiknat, overal is water. Niet alleen van de golven, maar ook van de regen. Ze kraakt hier en daar, maar stoer en kranig slaat ze zich door metershoge golven heen. Soms huilt ze van de wind, dan hoor je het overal gieren. Alles zit aan haar vast en langs haar zij heeft ze lijnen waar iedereen zich aan vastmaakt.
Je voelt je veilig bij haar. In haar romp rommelt het flink: alles zoekt naar een plekje waar het past en blijft zitten. Soms lijkt het of ze danst en met de golven aan het spelen is, moeiteloos neemt ze golfhindernis na golfhindernis.
De dame wordt in toom gehouden door één man. Zelfverzekerd deelt hij orders uit aan zijn kornuiten: hier aantrekken, daar wat laten vieren. Ze is gewond, maar wordt goed verzorgd en weer opgeknapt. Ze wordt in elkaar getimmerd, doorgesmeerd, genaaid, ververst, gecontroleerd en vertroeteld.
De dame herbergt en vervoert door weer en wind haar tijdelijke gasten met een liefde die haar gelijke niet kent.
MIEKE